stafmedewerker

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • staf·me·de·wer·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stafmedewerker stafmedewerkers
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

stafmedewerker m

  1. (beroep) personeelslid dat niet rechtstreeks bezig is met de hoofdtaak van een organisatie, maar die leidinggevenden helpt bij het besturen daarvan
    • Het helpt ook niet dat de banken niet hun hoogste bazen afvaardigden, maar eerder hoge stafmedewerkers van de juridische afdeling. [1]

Gangbaarheid

  • Het woord stafmedewerker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.