stadsrecht

Nederlands

Utrecht krijgt in 1122 stadsrechten
Uitspraak
Woordafbreking
  • stads·recht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stadsrecht stadsrechten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

stadsrecht o [1]

  1. (verouderd) rechten en privileges die een adelijke heer aan een stad gaf zoals het recht op eigen rechtspraak en bestuur
    • In 2018 zal het 950 jaar geleden zijn dat Boudewijn de stadsrechten verleende. ‘Dat zullen we uitgebreid vieren’, zegt schepen van Cultuur Kristin Vangeyte (Open VLD). ‘Elke maand organiseren we een evenement waarbij we de troeven van onze stad uitspelen.’[2] 
    • "De Regge is ontzettend belangrijk geweest voor Goor, sinds het stadsrechten kreeg in 1263", vertelt Henk Meijerink, voorzitter van de Stichting Stads-Regge Goor. "Het water vormde een belangrijke handelsroute door de verbinding met Duitsland, Zwolle en de rest van Nederland.[3] 
    • Het lijkt misschien oud papier, maar dit beroemde stadsrecht van Utrecht is gemaakt van twee stukken kalfshuid. Dat is gebleken uit dna-onderzoek dat deze week is gepresenteerd door Het Utrechts Archief.[4] 
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord stadsrecht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Standaard 9 NOVEMBER 2017
  3. Tubantia Bjorn Weinreder 18-JUNI-2017
  4. Volkskrant 4 juni 2015
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.