spriet

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spriet
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘ralvogel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1860 [1]
  • In de betekenis van ‘spruit van een plant’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1260 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord spriet sprieten
verkleinwoord sprietje sprietjes

Zelfstandig naamwoord

spriet m [2] [3] [4]

  1. lang en dun geval [5]
  2. lang en schraal persoon
  3. sprietantenne
  4. (vogels) Crex crex kwartelkoning [6]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
sprieten

spriet

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van sprieten
  2. gebiedende wijs van sprieten

Gangbaarheid

  • Het woord spriet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.