sprekend
Nederlands
Woordafbreking
- spre·kend
Werkwoord
vervoeging van |
---|
spreken |
sprekend
- onvoltooid deelwoord van spreken
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | sprekend | sprekender | sprekendst |
verbogen | sprekende | sprekendere | sprekendste |
partitief | sprekends | sprekenders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
sprekend
- Sprekende over haar moeder deed ze tegelijk de strijk.
- gelijkend
- Zij lijkt sprekend op haar moeder.
- eem sprekend wapen is een wapen met een afbeelding die verwijst naar de naam van de drager
- De familie Boonstra heeft een sprekend wapen met drie bonen als afbeelding.
Hyponiemen
|
Gangbaarheid
- Het woord sprekend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'sprekend' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.