spreekgestoelte
Nederlands
Woordafbreking
- spreek·ge·stoel·te
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van spreek ww en gestoelte zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | spreekgestoelte | spreekgestoelten spreekgestoeltes |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
spreekgestoelte o [1]
- lessenaar waarachter een spreker staat die een lezing geeft
- Nog tien minuten voor het begon. Ik had pijn in mijn maag, nou ja, in mijn hele lijf, alles deed me zeer. En mijn handen, die in mijn verbeelding de hele dag al trilden, deden dat nu echt. Ik ging achter het spreekgestoelte staan, bladerde wat in de boeken, keek naar de deur. Er zaten twee mensen in de zaal. Behalve mij en de docent. [2]
- Schmitt stond er niet bij stil. Nog voor het slotakkoord was weggestorven stond hij op en beende met grote passen naar het spreekgestoelte. Hij vouwde zijn velletjes uit, zette met zichtbare tegenzin een leesbril op en begon te spreken. Doordat hij met zijn pompeuze stem, als die van een bariton in de opera, veel te luid en veel te dicht in de microfoon sprak galmde een vrijwel onverstaanbaar verhaal door de aula. [3]
- Ik snap de bezorgdheid, maar je kan niet zomaar een film maken over een actuele kwestie, tenzij je er een persoonlijke visie op hebt. Ik heb best wel politieke voorkeuren en passies, maar ik denk niet dat ik het spreekgestoelte moet beklimmen telkens als er wat gebeurt.’[4]
- (religie) verhoogde plaats in een kerk vanwaar de geestelijke (priester of dominee) preekt
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord spreekgestoelte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Knausgard,Karl Liefde vertaald door Marianne Molenaar [2009] ISBN 978-90-445-2204-4 pagina 577
- Lau, Thé Juliette [2014] ISBN 978-90-488-2133-4 pagina 239
- de Standaard 28 OKTOBER 2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.