spraken uit

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  spraken uit    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈsprakə(n) ˈœyt/
Woordafbreking
  • spra·ken uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uitspreken

spraken (…) uit

  1. meervoud verleden tijd van uitspreken
    • Wij spraken uit. 
    • Jullie spraken uit. 
    • Zij spraken uit. 

Gangbaarheid

  • Het woord spraken uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.