spiritualiteit
Nederlands
Woordafbreking
- spi·ri·tu·a·li·teit
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘onstoffelijkheid, geestigheid’ voor het eerst aangetroffen in 1553 [1]
- afgeleid van spiritueel met het achtervoegsel -iteit [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | spiritualiteit | spiritualiteiten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
spiritualiteit v [3]
- onstoffelijke, geestelijke levenshouding (gericht op het 'diepere zelf')
Gangbaarheid
- Het woord spiritualiteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'spiritualiteit' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.