spelbreker
Nederlands
Woordafbreking
- spel·bre·ker
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van spel en breker
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | spelbreker | spelbrekers |
verkleinwoord | spelbrekertje | spelbrekertjes |
Zelfstandig naamwoord
spelbreker m
- Iemand die een spel verstoort meestal door vals te spelen
- Iets of iemand die een (geheim) plan verstoort op een onprettige manier.
- De ziekte was een spelbreker in zijn carrièreplannen
Gangbaarheid
- Het woord spelbreker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'spelbreker' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.