speeljongen
Nederlands
Woordafbreking
- speelĀ·jonĀ·gen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van speel ww en jongen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | speeljongen | speeljongens |
verkleinwoord | speeljongetje | speeljongetjes |
Zelfstandig naamwoord
speeljongen m [1]
- (visserij) (geschiedenis) de jongste in rang op een schip voor de beugvisserij
Gangbaarheid
- Het woord 'speeljongen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.