plooi
Nederlands
Woordafbreking
- plooi
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘rimpel’ voor het eerst aangetroffen in 1327 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | plooi | plooien |
verkleinwoord | plooitje | plooitjes |
Zelfstandig naamwoord
plooi v / m [3]
- golving (in dierlijk of plantaardig weefsel)
- (geologie) golving in een aardlaag of in gesteente
Verwante begrippen
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord plooi staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'plooi' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.