snuf
Nederlands
Woordafbreking
- snuf
Afgeleide begrippen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
snuffen |
snuf
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van snuffen
- Ik snuf.
- gebiedende wijs van snuffen
- Snuf!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van snuffen
- Snuf je?
Gangbaarheid
- Het woord snuf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'snuf' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.