snuffen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • snuf·fen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
snuffen
snufte
gesnuft
zwak -t volledig

Werkwoord

snuffen

  1. inergatief de neus ophalen
  2. inergatief snuffelen, lucht opsnuiven, rondzoeken
    • Er moest natuurlijk gesnufd en verkend worden. 
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord snuffen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
87 %van de Nederlanders;
73 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.