snood

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • snood
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘misdadig’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1350 [1]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen snoodsnodersnoodst
verbogen snodesnoderesnoodste
partitief snoodssnoders-

Bijvoeglijk naamwoord

snood

  1. misdadig, gemeen, boosaardig, schurkachtig
    • De crimineel had snode plannen. 

Gangbaarheid

  • Het woord snood staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
60 %van de Nederlanders;
61 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.