snit
Nederlands
Woordafbreking
- snit
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘wijze waarop iets gesneden is’ voor het eerst aangetroffen in 1816 [1] [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | snit | snitten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- manier waarop iets (bijv. een kledingstuk) gesneden of geknipt is
Hyponiemen
- haarsnit
Gangbaarheid
- Het woord snit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'snit' herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "snit" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- snit op website: Etymologiebank.nl
- snit op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.