smuiken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  smuiken    (hulp, bestand)
  • IPA: /smœʏkə(n)/
naamwoord van handeling
zelfstandig bijvoeglijk
smuikensmuikend
[1] smuik
[3] smuikerij
Woordafbreking
  • smui·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
smuiken
smuikte
gesmuikt
zwak -t volledig

Werkwoord

smuiken

  1. misten, motregenen
  2. (verouderd) smeulen
  3. (verouderd) sluipen, zich verborgen houden, smokkelen
  4. (verouderd) smullen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
  • smuigen

Gangbaarheid

  • Het woord smuiken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.