smaldeel
Nederlands
Woordafbreking
- smal·deel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van smal en deel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | smaldeel | smaldelen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
smaldeel o
- zelfstandig opererend onderdeel van een grotere groep
- Hij is de aanvoerder van het liberale smaldeel in de Nederlandse politiek.
- (scheepvaart) (militair) gedeelte van een oorlogsvloot
- Vandaag vertrok een marine-eenheid ter aflossing van de wacht van het Nederlandse smaldeel dat in de Golf opereert.
Gangbaarheid
- Het woord smaldeel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'smaldeel' herkend door:
70 % | van de Nederlanders; |
64 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.