smaldeel

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • smal·deel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord smaldeel smaldelen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

smaldeel o

  1. zelfstandig opererend onderdeel van een grotere groep
    • Hij is de aanvoerder van het liberale smaldeel in de Nederlandse politiek. 
  1. (scheepvaart) (militair) gedeelte van een oorlogsvloot
    • Vandaag vertrok een marine-eenheid ter aflossing van de wacht van het Nederlandse smaldeel dat in de Golf opereert. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord smaldeel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
70 %van de Nederlanders;
64 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.