sloep

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sloep
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het ?, in de betekenis van ‘vaartuig’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1588 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord sloep sloepen
verkleinwoord sloepje sloepjes

Zelfstandig naamwoord

sloep v/m

  1. (scheepvaart) een klein scheepstype dat op het dek van een groter schip wordt meegevoerd
  2. (scheepvaart) een scheepstype dat vele jaren als onafhankelijk zeevaartuig in gebruik is geweest
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • sloependek, sloeproeier
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord sloep staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.