sleehak

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • slee·hak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord sleehak sleehakken
verkleinwoord sleehakje sleehakjes

Zelfstandig naamwoord

sleehak m

  1. (kleding) driehoekige hak aan de onderkant van een schoen of laars, van achteren naar voren doorlopend[1]
    • Ze had zich mooi gemaakt en droeg een jurk met kleine bloemetjes en een paar zomerse sandalen met sleehak.[2] 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord sleehak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
83 %van de Nederlanders;
75 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Modewoordenboek, instituut voor de Nederlandse taal
  2. Kepler, L., Contract, De Bezige Bij., Amsterdam, 2011
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.