slaghoedje
Nederlands
Woordafbreking
- slag·hoed·je
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van slag en hoedje
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | slaghoedje | slaghoedjes |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
slaghoedje o dim. tant. [1]
- (militair) dopje met een ontplofbaar mengsel, dat zal ontbranden indien het wordt getroffen door de slagpin van een vuurwapen
Gangbaarheid
- Het woord slaghoedje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'slaghoedje' herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
83 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.