slagen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  slagen    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /ˈslaːχə(n)/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈslaːɣə(n)/
Woordafbreking
  • sla·gen
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘gelukken’ voor het eerst aangetroffen in 1596 [1] [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
slagen
slaagde
geslaagd
zwak -d volledig

Werkwoord

slagen

  1. ergatief ~ in: iets bereiken
    • Hij is erin geslaagd om het apparaat weer werkzaam te maken. 
  1. ergatief het examen succesvol beëindigen
    • Van onze eindexamenleerlingen is 98% geslaagd en 2% gezakt. 
  1. ergatief goed aflopen
    • Ondanks het regenachtige weer wisten ze de dag toch nog te laten slagen. 
    • 'Maar we zullen het beste uit moeten kiezen, het plan dat de meeste kans van slagen heeft. [3] 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • Met vlag en wimpel slagen
met zeer goede cijfers slagen
  • de geslaagde student
  • slagen in iets
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

slagen mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord slag

Gangbaarheid

  • Het woord slagen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.