slaapmuts
Nederlands
Woordafbreking
- slaap·muts
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van slaap en muts
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | slaapmuts | slaapmutsen |
verkleinwoord | slaapmutsje | slaapmutsjes |
Zelfstandig naamwoord
slaapmuts v/m [1]
- muts die men draagt tijdens het slapen
- Nu de nachten weer koud zijn draag ik een slaapmuts.
- een borrel die men drinkt om goed te kunnen slapen
- Voor het slapengaan neem ik altijd een slaapmutsje
Gangbaarheid
- Het woord slaapmuts staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'slaapmuts' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.