siroop

Nederlands
Uitspraak
  • Geluid:  siroop    (hulp, bestand)
  • IPA /siro:p/
Woordafbreking
  • si·roop
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘dikke vloeistof’ voor het eerst aangetroffen in 1500 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord siroop siropen
verkleinwoord siroopje siroopjes

Zelfstandig naamwoord

siroop v / m [3]

  1. (voeding) (drinken) dikke, zeer zoete vloeistof (want praktisch alleen uit suiker bestaand)
  2. drank gemaakt door bovenstaande vloeistof aan te lengen met water
Synoniemen
Hyponiemen
  • amandelmelksiroop
  • citroensiroop
  • esdoornsiroop
  • frambozensiroop
  • granaatappelsiroop
  • muntsiroop
  • sherrysiroop
  • vruchtensiroop
Afgeleide begrippen
  • siroopachtig
Verwante begrippen
  • kalebasstroop
  • keukenstroop
  • koffiestroop
  • maltitolstroop
  • markoesastroop
  • maïsstroop
  • moederstroop
  • moutstroop
  • pepermuntstroop
  • rijststroop
  • slakkenstroop
  • sorbitolstroop
  • stroopachtig
  • stroopbal
  • stroopbende
  • stroophap
  • strooplepel
  • strooplust
  • strooppoeder
  • stroopschaar
  • stroopsoldaat
  • stroopwafel
  • stroopzucht
  • suikerstroop
  • tamarindestroop
  • zuringstroop
Vertalingen
    1.   

Gangbaarheid
  • Het woord siroop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen
  1. "siroop" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
  2. siroop op website: Etymologiebank.nl
  3. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.