simultaanpartij

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • si·mul·taan·par·tij
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord simultaanpartij simultaanpartijen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

simultaanpartij v

  1. (schaak) een dam- of schaakpartij waarbij één speler tegelijkertijd tegen een aantal spelers speelt
    • Voorts vertoont Raichenbachs eerste treffen met Vos althans voor wat het gevorderde middenspel betreft een grote gelijkenis met een simultaanpartij die Baba Sy in de zomer van 1963 in de Amsterdamse Oude RAI speelde. [1] 
    • Tot besluit van het Tata Steel Chess Tournament speelde schaakgrootmeester Wesley So, die het toernooi won, dinsdagavond een simultaanpartij tegen politici en pers. De eerste zet werd gedaan door Kamervoorzitter Khadija Arib. De partij had plaats in de Statenpassage van de Tweede Kamer. So had 38 tegenstanders, won 36 partijen en speelde tweemaal remise. Tegenover hem zaten onder meer Jan Nagel, Dick Dolman, oud-staatssecretaris Dick Tommel (die remise speelde) en Sjoerd Sjoerdsma (D66) . [2] 
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord simultaanpartij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Volkskrant Ton Sijbrands 26 juni 2004
  2. NRC 31 januari 2017
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.