sijpelen
Nederlands
Woordafbreking
- sij·pe·len
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘onmerkbaar doorlekken’ voor het eerst aangetroffen in 1653 [1]
- frequentatief gevormd uit zijpen of sijpen met het achtervoegsel -el
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
sijpelen |
sijpelde |
gesijpeld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
sijpelen
- ergatief een proces waarbij een vloeistof zich door de kieren en poriën van een vaste massa heen begeeft
- Er is veel water door de muur gesijpeld.
Vertalingen
1. een proces waarbij een vloeistof zich door de kieren en poriën van een vaste massa heen begeeft
Gangbaarheid
- Het woord sijpelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'sijpelen' herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.