aankaarten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aankaarten    (hulp, bestand)
  • IPA: /'aɲˌkartə(n)/
Woordafbreking
  • aan·kaar·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aankaarten
kaartte aan
aangekaart
zwak -t volledig

Werkwoord

aankaarten

  1. overgankelijk door een bepaalde kaart uit te spelen een medespeler een aanwijzing geven
  2. overgankelijk tot onderwerp van discussie maken
    • Hij besloot dit lastige probleem op de vergadering aan te kaarten en zette zich schrap voor de stortvloed van kritiek die dat losmaakte. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord aankaarten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.