seng

To senger.
Twee bedden.

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / seŋ /
Woordafbreking
  • seng
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van de Oudnoorse naamwoorden sæng en sæing
Naar frequentie 1198
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   seng     m: sengen
v: senga  
  senger     sengene  
genitief   sengs     m: sengens
v: sengas  
  sengers     sengenes  

Zelfstandig naamwoord

seng m / v

  1. bed
  2. rustplaats (van stro)
  3. (landbouw) bed, perk
  4. (kookkunst) bed (van aardappelpuree of sla)


Nynorsk

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / seŋ /
Woordafbreking
  • seng
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van de Oudnoorse naamwoorden sæng en sæing
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   seng     senga     senger     sengene  

Zelfstandig naamwoord

seng v

  1. bed
  2. rustplaats (van stro)
  3. (landbouw) bed, perk
  4. (kookkunst) bed (van aardappelpuree of sla)
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.