scène
Nederlands
Woordafbreking
- scè·ne
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘deel van toneelstuk’ voor het eerst aangetroffen in 1800 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | scène | scènes |
verkleinwoord | scènetje | scènetjes |
Zelfstandig naamwoord
scène v/m
- (kunst) een deel van een toneelstuk of film dat eenzelfde plaats, tijd en handeling voorstelt
- Deze scène bestaat uit vijf shots en is het eerste deel van een sequens van zes scènes.
- een opschudding veroorzaakt doordat iemand opspeelt, ruzie maakt of iets dergelijks
- Ze maakte weer eens een vreselijke scène.
Hyponiemen
|
Gangbaarheid
- Het woord scène staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'scène' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.