schrappen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  schrappen    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /'srɑpə(n)/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /'sxrɑpə(n)/
Woordafbreking
  • schrap·pen
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘(weg)strepen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1406 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
schrappen
schrapte
geschrapt
zwak -t volledig

Werkwoord

schrappen overgankelijk

  1. met een scherp voorwerp zoals een mes de oppervlaktelaag verwijderen
    • Moeten deze aardappels nog geschrapt? 
  1. doorhalen, verwijderen van een lijst
  2. bezuinigen, een einde maken aan een programma of uitgavenpost
    • Bij deze bezuinigingsronde werd veel geschrapt in de uitgaven voor onderzoek naar alternatieve energie. 
  1. (met betrekking tot banen) ontslaan
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

schrappen mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord schrap

Gangbaarheid

  • Het woord schrappen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.