schoren
Nederlands
Woordafbreking
- scho·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
schoren |
schoorde |
geschoord |
zwak -d | volledig |
Verwante begrippen
Hyponiemen
- beschoren, onderschoren
Afgeleide begrippen
|
Werkwoord
vervoeging van |
---|
scheren |
schoren
- meervoud verleden tijd van scheren
- Wij schoren.
- Jullie schoren.
- Zij schoren.
- Wij schoren.
Gangbaarheid
- Het woord schoren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'schoren' herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "schoren" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- schoren op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.