schoonmaakster

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schoon·maak·ster
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schoonmaakster schoonmaaksters
verkleinwoord schoonmaakstertje schoonmaakstertjes

Zelfstandig naamwoord

schoonmaakster v [1]

  1. (beroep) vrouwelijke vorm van schoonmaker, vrouw die schoonmaakt

Gangbaarheid

  • Het woord schoonmaakster staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.