schoonmaakster
Nederlands
Woordafbreking
- schoon·maak·ster
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van schoonmaken met het achtervoegsel -ster
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schoonmaakster | schoonmaaksters |
verkleinwoord | schoonmaakstertje | schoonmaakstertjes |
Zelfstandig naamwoord
schoonmaakster v [1]
- (beroep) vrouwelijke vorm van schoonmaker, vrouw die schoonmaakt
Gangbaarheid
- Het woord schoonmaakster staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'schoonmaakster' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.