schofferen
Nederlands
Woordafbreking
- schof·fe·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
schofferen |
schoffeerde |
geschoffeerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
schofferen
- op een uiterst lompe manier bejegenen
- Woningcorporaties schofferen werknemers [3]
Gangbaarheid
- Het woord schofferen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'schofferen' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.