schoffeerder
Nederlands
Woordafbreking
- schof·feer·der
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van schofferen met het achtervoegsel -der
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schoffeerder | schoffeerders |
verkleinwoord | - | - |
Gangbaarheid
- Het woord 'schoffeerder' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.