schlemiel
Nederlands
Woordafbreking
- schle·miel
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Jiddisch, in de betekenis van ‘slappeling’ voor het eerst aangetroffen in 1906 [1]
- van Jiddisch שלימיל (sjlemiel) "sukkel"[2][3]; mogelijk van Hebreeuws שלא מועיל (sjlo mohiel) "nutteloos" [4]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schlemiel | schlemielen |
verkleinwoord | schlemieltje | schlemieltjes |
Zelfstandig naamwoord
schlemiel m
- In deze klucht is koopman Jean een beetje een schlemiel die weliswaar meent dat hij alles onder controle heeft, maar in werkelijkheid de speelbal is van het bedrog door anderen. [5]
- (informeel) stakker, stumper, pechvogel
- (...) is het prototype van de schlemiel, de stakker die eerder spotlust opwekt dan mededogen. [6]
Gangbaarheid
- Het woord schlemiel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'schlemiel' herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
70 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "schlemiel" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- schlemiel op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
- Sturkenboom, D. "Om de eer van het koopmanschap. De verleiding van het grote geldverdienen op het Nederlands toneel voor 1800" in: Praagse perspectieven 3. Handelingen van het colloquium van de sectie Nederlands van de Karelsuniversiteit te Praag. (2005) Universitaire pers, Praag; ISBN 807308113X; p. 16; geraadpleegd 2015-02-24
- Cartens, D. "Buitenissige outsiders" in: Ons Erfdeel. jrg. 48, nr. 2 (april 2005) Stichting Ons Erfdeel, Rekkem / Raamsdonksveer; p. 305; geraadpleegd 2015-02-24
- Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
Engels
Woordherkomst en -opbouw
- van Jiddisch שלימיל (sjlemiel) "sukkel"
Zelfstandig naamwoord
schlemiel
- onhandig persoon
- stakker
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.