aanschikken
Nederlands
Woordafbreking
- aan·schik·ken
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aan vz en schikken ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aanschikken |
schikte aan |
aangeschikt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
aanschikken
- ergatief aan tafel plaatsnemen
- Toen hij thuis kwam was het eten al klaar. Hij kon meteen aanschikken.
- dichter bij elkaar gaan zitten
Gangbaarheid
- Het woord aanschikken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.