schijndood
Nederlands
Woordafbreking
- schijn·dood
Woordherkomst en -opbouw
- [zelfstandig naamwoord] samenstelling van schijn zn en dood zn [1]
- [bijvoeglijk naamwoord] samenstelling van schijn zn en dood bn [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schijndood | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
schijndood m / v
- toestand waarin het leven gestopt lijkt, terwijl het naderhand toch wordt hervat
stellend | |
---|---|
onverbogen | schijndood |
verbogen | schijndode |
partitief | schijndoods |
Bijvoeglijk naamwoord
schijndood
- overleden lijkend
Gangbaarheid
- Het woord schijndood staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'schijndood' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.