schepsel

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schep·sel
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van scheppen met het achtervoegsel -sel
enkelvoud meervoud
naamwoord schepsel schepsels
schepselen
verkleinwoord schepseltje schepseltjes

Zelfstandig naamwoord

schepsel o

  1. creatuur; iets dat gemaakt is
    • een schepsel gods 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord schepsel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.