schelling
Nederlands
Woordafbreking
- schel·ling
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘zesstuiverstuk’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1220 [1]
- afgeleid van schel met het achtervoegsel -ing [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schelling | schellingen |
verkleinwoord | schellinkje | schellinkjes |
Zelfstandig naamwoord
schelling m [3]
- (economie) (geschiedenis) oude Nederlandse munt van zilver met een waarde van zes stuivers en in Vlaanderen van 12 groten of 1/20 van één livre
Hyponiemen
- scheepjesschelling
Gangbaarheid
- Het woord schelling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'schelling' herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
62 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.