scheeloog

Nederlands

scheeloog

Uitspraak

Geluid: scheeloog (hulp, bestand)

Woordafbreking

scheel·oog

Woordherkomst en -opbouw

samenstelling van scheel bn en oog zn

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	scheeloog	scheelogen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

scheeloog v/m [1]

(medisch) iemand die scheel ziekt, iemand met strabismus

Vertalingen

1.

Engels: squint-eye ^(en)

Gangbaarheid

Het woord scheeloog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'scheeloog' herkend door:

83 %	van de Nederlanders;
92 %	van de Vlamingen.

Verwijzingen

Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.