schaterlach
Nederlands
Woordafbreking
- scha·ter·lach
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van schater ww en lach
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schaterlach | schaterlachen |
verkleinwoord | schaterlachje | schaterlachjes |
Zelfstandig naamwoord
schaterlach m
- uiting van vreugde
Vertalingen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
schaterlachen |
schaterlach
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schaterlachen
- Ik schaterlach.
- gebiedende wijs van schaterlachen
- Schaterlach!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schaterlachen
- Schaterlach je?
Gangbaarheid
- Het woord schaterlach staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'schaterlach' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.