sauvegarde
Nederlands
Woordafbreking
- sau·ve·gar·de
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van sauve en garde [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sauvegarde | sauvegardes |
verkleinwoord | sauvegardetje | sauvegardetjes |
Zelfstandig naamwoord
sauvegarde v / m [2]
- document waarmee een bepaalde groep mensen of instellingen door een hoge autoriteit zoals de koning, werd gevrijwaard van plundering of brandschatting
Synoniemen
- beschermbrief, beschermingsbrief, schutbrief
Verwijzingen
Gangbaarheid
- Het woord 'sauvegarde' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Frans
Werkwoord
vervoeging van |
---|
sauvegarder |
sauvegarde
- eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van sauvegarder
- eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van sauvegarder
- tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van sauvegarder
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.