satijn
Nederlands
Woordafbreking
- sa·tijn
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘glanszijde’ voor het eerst aangetroffen in 1599 [1]
- ontleend aan het Franse satin [2] (glanzende, zachte zijden stof) en het oudere zatin dat wellicht afgeleid is van of samenhangt met het Spaanse aceituní, ook wel setuní. Aangenomen wordt dat dit woord is ontleend aan het Arabische zaitūnī, dat de betekenis "satijn" had, en eerder "uit Citong" zou hebben betekend. Citong (nu Quanzhou) was de plaats in China waar het satijn vandaan kwam. [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | satijn | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
satijn o
- (kleding) een weefsel vervaardigd met een weeftechniek, waarbij de kruispunten van de ketting- en inslagdraden gelijkmatig verspreid liggen en bedekt worden door de inslagdraden
Vertalingen
1. een weefsel vervaardigd met een weeftechniek, waarbij de kruispunten van de ketting- en inslagdraden gelijkmatig verspreid liggen en bedekt worden door de inslagdraden
Gangbaarheid
- Het woord satijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'satijn' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.