ruigharig

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ruig·ha·rig
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen ruigharigruigharigerruigharigst
verbogen ruigharigeruigharigereruigharigste
partitief ruigharigsruigharigers-

Bijvoeglijk naamwoord

ruigharig [1]

  1. van een dier dat het een ruwe, harige vacht heeft
    • Koeien en hun kalveren, alle ruigharig en vaak crème brûlée-kleurig, zoeken hier met hun zachte snuiten gras tussen de scherpe pitrushalmen. De sierlijke uiers van deze ‘zoogkoeien’ doen beseffen hoe misvormd de uiers van melkkoeien eigenlijk zijn. Hun houdingen – bevallig tussen twee bomen, een kalf dat met een achterpoot zijn neus krabt – kent iedereen die de schilderijen van Paulus Potter zag. (Al hadden de koeien daar hun hoorns nog). [2] 
    • Ona, een vuilnisbakje dat nog het meest lijkt op een ruigharige Jack Russell, liep weg na het ongeluk en is sindsdien spoorloos. Narski kampeert nu vlakbij de plek van het ongeluk, in de hoop dat Ona daar naar terugkeert. [3] 
    • Drie andere gasten heeft Evert te bedienen: heren op leeftijd, tweedjasje, lamswollen trui, in gezelschap van een ruigharige teckel. Ik onderbreek hen in een gemoedelijk gesprek. Goedemiddag heren, mag ik u storen? Wat brengt u in IJlst? Twee hoofden draaien zich automatisch naar de derde gast aan tafel. „Vertel jij het maar, Menno, jij was de voorzitter toen.” [4] 
Synoniemen
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord ruigharig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
82 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.