harig
Nederlands
Woordafbreking
- ha·rig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | harig | hariger | harigst |
verbogen | harige | harigere | harigste |
partitief | harigs | harigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
harig
- met haar begroeid
- Er kwam een harige borstkas naar voren toen hij zijn shirt uittrok.
- bestaande uit een kluwen van draadvormige elementen, doorgaans haren
- Er kwam een harige bende uit het doucheputje.
Synoniemen
- [1] behaard
Hyponiemen
|
|
|
|
|
Gangbaarheid
- Het woord harig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'harig' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.