roskam
Nederlands
Woordafbreking
- ros·kam
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van ros en kam [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | roskam | roskammen |
verkleinwoord | roskammetje | roskammetjes |
Zelfstandig naamwoord
roskam m
- een grof soort kam die voor het verzorgen van paarden of het schoonmaken van andere borstels gebruikt wordt
Vertalingen
1. een grof soort kam die voor het verzorgen van paarden of het schoonmaken van andere borstels gebruikt wordt
|
Werkwoord
vervoeging van |
---|
roskammen |
roskam
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van roskammen
- Ik roskam.
- gebiedende wijs van roskammen
- Roskam!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van roskammen
- Roskam je?
Gangbaarheid
- Het woord roskam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'roskam' herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.