rookcoupé
Nederlands
Woordafbreking
- rook·cou·pé
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van rook ww en coupé zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rookcoupé | rookcoupés |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
rookcoupé m [1]
- (verouderd) deel van een wagon van een trein waarin men mag roken
- Mijn vader ontdekte mijn schuilplaats voor mijn sigaretten in het gangetje achter het huis. Hij zei niets, maar draaide enkele dagen achter elkaar alle sigaretten om in mijn pakje, het filter dus naar beneden. Ik wist genoeg. Ik wist dat de smoesjes 'maar ik zat in de rookcoupé naar school'niet meer verkocht konden worden.[2]
- Terwijl in de rest van Nederland rokers sinds 1 januari wordt verboden ook maar iets op te steken in de trein, wordt hen in de trein van Amsterdam naar Berlijn geen strobreed in de weg gelegd. Om de andere coupé is er een ouderwetse `rookcoupé waar gisteren gewoon nog lekker werd gerookt. De trein stopte in Amersfoort, Deventer en Hengelo. En er geldt geen toeslag op dit traject.[3]
Gangbaarheid
- Het woord rookcoupé staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'rookcoupé' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- de Telegraaf JESSICA BOZELIE 02 jan. 2017
- NRC Dennis Mensink 16 januari 2004
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.