coupé
Nederlands
Woordafbreking
- cou·pé
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘treincompartiment’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | coupé | coupés |
verkleinwoord | coupeetje | coupeetjes |
Zelfstandig naamwoord
coupé m
- (spoorwegen) een gedeelte van een treinrijtuig begrenst door een deur
- Het verhaal "De meisjes van de suikerwerkfabriek" geschreven door Tessa de Loo speelt zich af in de laatste coupé van een forensentrein.
- een aan de achterzijde naar beneden aflopende sportieve carrosserievorm voor een auto waarbij het bestuurdersgedeelte/passagiersgedeelte slechts door 2 of 3 deuren te betreden is.
Verwante begrippen
Hyponiemen
- derdeklascoupé, eersteklascoupé, flirtcoupé, niet-rokencoupé, niet-rokerscoupé, praatcoupé, rookcoupé, rokerscoupé, slaapcoupé, sportcoupé, stiltecoupé, treincoupé, tweedeklascoupé, vrouwencoupé, werkcoupé
Vertalingen
1.
|
Gangbaarheid
- Het woord coupé staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'coupé' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.