rooier

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  rooier    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /ˈro̝jər/
Woordafbreking
  • rooi·er
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van roder met wegvallen van de [d]-klank. Tussen de [o] en de [ə] spreekt men automatisch een [j] uit, in schrift weergegeven met een «i». De [o] wordt voor een «i» weergegeven als «oo».

Bijvoeglijk naamwoord

rooier

  1. alternatieve, onofficiële spelling van roder

rooier

  1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van rood
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van rooien met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord rooier rooiers
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

rooier m [1] [2]

  1. (landbouw) iemand die rooit
  2. werktuig waarmee men kan rooien
Hyponiemen
  • aardappelrooier, bietenrooier, bollenrooier, boomrooier, pijpenrooier, stompenrooier, verzamelrooier, voorraadrooier

Gangbaarheid

  • Het woord rooier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
90 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.