rooi
Nederlands
Woordafbreking
- rooi
Werkwoord
vervoeging van |
---|
rooien |
rooi
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rooien
- Ik rooi.
- gebiedende wijs van rooien
- Rooi!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rooien
- Rooi je?
Gangbaarheid
- Het woord rooi staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'rooi' herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.