rolpaal
![](../I/m/Leenstertil_met_rolpaal.jpg)
Rolpaal bij Leenstertil Groningen
Nederlands
Woordafbreking
- rol·paal
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van rol ww en paal
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rolpaal | rolpalen |
verkleinwoord | rolpaaltje | rolpaaltjes |
Zelfstandig naamwoord
rolpaal m
- (scheepvaart) (verouderd) langs waterwegen bij bochten vertikaal opgestelde draaibare houten palen waar bij het scheepsjagen de jaaglijn omheen kon worden geslagen om bij het jagen het schip vrij van de wal te houden
- Hier en daar is nog wel een rolpaal bewaard gebleven.
Gangbaarheid
- Het woord rolpaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'rolpaal' herkend door:
53 % | van de Nederlanders; |
56 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.