rolpaal

Rolpaal bij Leenstertil Groningen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rol·paal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rolpaal rolpalen
verkleinwoord rolpaaltje rolpaaltjes

Zelfstandig naamwoord

rolpaal m

  1. (scheepvaart) (verouderd) langs waterwegen bij bochten vertikaal opgestelde draaibare houten palen waar bij het scheepsjagen de jaaglijn omheen kon worden geslagen om bij het jagen het schip vrij van de wal te houden
    • Hier en daar is nog wel een rolpaal bewaard gebleven. 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord rolpaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
53 %van de Nederlanders;
56 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.