rolluik
Nederlands
Woordafbreking
- rol·luik
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van rol en luik
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rolluik | rolluiken |
verkleinwoord | rolluikje | rolluikjes |
Zelfstandig naamwoord
rolluik o
- verticaal bewegende afsluiting voor een raam, deur of andere opening in een gebouw of andere ruimte
- Ik ben nu veilig achter een metalen valhek in een restaurant waar ik naar binnen ben gerend. Ze hebben het stalen rolluik laten zakken dus ik zit nu veilig. [1]
Gangbaarheid
- Het woord rolluik staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'rolluik' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Tubantia Victor Schildkamp 17-08-17 Nederlandse Edwin 'zag de kogels inslaan', Amber zag 'een lijf vliegen'
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.